• 
• 
• 
• 

Hockey Hockey lijkt een vrij nieuwe sport, maar in feite werd de sport ook al gespeeld in de oudheid. Zo speelde men 5000 jaar geleden al een sport genaamd Polo, waarbij de spelers op paarden zitten en met sticks proberen een bal in een doel te slaan. Deze sport leek een beetje op hockey, maar omdat de spelers op paarden zaten was het toch een ander soort sport. Polo werd voornamelijk gespeeld door rijke burgers, maar eigenlijk wilde de wat armere kinderen ook graag meespelen met de sport. Omdat zij geen geld hadden om paarden te kopen, hadden ze echter niet de mogelijkheid om polo met paarden te spelen. Daarom maakten ze de stokken wat korter, zodat de het spel ook zonder paarden konden spelen. Op deze manier ontstond uiteindelijk de sport hockey, als variant van de bestaande sport polo. In 1891 werd hockey van Engeland naar Nederland gebracht door Pim Mullier. Even later werd de sport voor het eerst in de stad Haarlem gespeeld, waarna de sport langzaam steeds populairder werd in Nederland. Algemene informatie over hockey Je speelt hockey op een hockeyveld. Een hockeyveld is kleiner dan een voetbalveld en heeft een afmeting van 91 meter lang en 55 meter breed. Op het veld zijn twee cirkels, twee 23-meter lijnen en een middellijn aangebracht en op 6,4 meter van beide doelen vind je een dikke stip. Deze stip wordt gebruikt bij het nemen van een strafslag, waarbij de bal precies op de stip gelegd moet worden. Als je hockey speelt, maak je altijd gebruik van een stick. Deze stick gebruik je om de harde, zware hockeybal vooruit te brengen en uiteindelijk te scoren, want je mag de bal niet met je voeten aanraken. Doe je dit wel, dan is er sprake van ‘shoot’ en mag de tegenpartij een strafslag nemen. Een hockeywedstrijd duurt twee keer 35 minuten en wordt altijd gespeeld door twee teams met ieder elf spelers. Er kan alleen worden gescoord als de aanvallende partij de bal in de cirkel van de tegenpartij heeft aangeraakt, wat betekent dat je dus niet vanaf de andere kant van het hockeyveld zomaar op het doel kan richten. Wordt een bal van buiten de cirkel op het doel geslagen en raakt de bal ondertussen geen tegenstander meer, dan is er namelijk geen sprake van een doelpunt. Om te scoren, moet je dus in de cirkel van de tegenstander zijn gekomen met de bal of een tegenstander raken als je de bal van buiten de cirkel op het doel slaat.