Als je piloot bent, heb je als baan het besturen van vliegtuigen en helikopters. Wie piloot wil worden moet in ieder geval geen heimwee hebben, want als je piloot bent, ben je vaak hele dagen van huis. Zo vlieg je de ene dag bijvoorbeeld naar Zuid-Afrika, om hier na een lange vlucht te overnachten en de volgende dag weer naar een andere bestemming te vliegen. Piloten zijn dus niet veel thuis, maar zien wel een heel groot deel van de wereld en komen eigenlijk overal.
Piloot: een moeilijk beroep met een moeilijke opleiding
Piloot zijn is geen gemakkelijk beroep. Zo moet je niet alleen precies weten hoe je een vliegtuig moet besturen, maar heb je ook nog te maken met een grote verantwoordelijkheid. In de meeste vliegtuigen zitten tientallen of zelfs honderden mensen, die jij als piloot veilig aan de grond moet zetten.
Omdat het erg moeilijk is om piloot te zijn en je een grote verantwoordelijkheid hebt, is het erg moeilijk om piloot te worden. Zo moet je niet alleen een lange en dure opleiding volgen (die soms wel 100.000 euro kan kosten), maar moet je na het volgen van de opleiding ook veel vlieguren opbouwen. Als je geslaagd bent voor jouw pilotenopleiding mag je dus niet meteen vliegen voor KLM of een andere grote vliegmaatschappij, maar moet je eerst veel vracht vervoeren of in het buitenland vliegen. Heb je dit gedaan en heb je genoeg vlieguren opgebouwd na enkele jaren, dan mag je voor een grote vliegmaatschappij vliegen. Daarnaast word je niet zomaar toegelaten tot de opleiding om piloot te worden, maar word je uitgebreid getest. Je moet bijvoorbeeld goede oren en goede oren hebben, maar je moet ook kerngezond zijn en je moet ook erg goed Engels kunnen spreken.
Altijd twee piloten aan boord
Als je met het vliegtuig gaat, zijn er altijd twee piloten aan boord. Eén van deze piloten wordt de piloot genoemd en de andere piloot wordt de copiloot genoemd. De enige uitzondering van de regel van twee piloten aan boord, is bij lange vluchten. Wordt er namelijk heel lang gevlogen, dan is er nog een piloot aan boord. Op deze manier kunnen de piloten elkaar aflossen, zodat ze niet zo lang achter elkaar hoeven te vliegen.
Verkeersleiders en piloten
Verkeersleiders zitten in de verkeerstoren. Zij zijn verantwoordelijk voor het in de gaten houden van het verkeer in de lucht en sturen piloten aan. Moeten piloten bijvoorbeeld ergens landen, dan geeft de verkeersleiding aan wanneer zij dit kunnen doen en waar zij dit kunnen doen. En hebben de piloten een (technisch) probleem tijdens het vliegen, dan geven zij dit ook door aan de verkeersleiding.